PAKKET 3

Houtkanten en heggen

 Het typische kleinschalige landschap wordt voor een groot deel bepaald door heggen en houtkanten. Ze omzomen weilanden, begeleiden beken en zorgen voor fysieke perceelsgrenzen.


Haag, heg of houtkant?

Een natuurlijke haag, heg of houtkant bestaat altijd uit een mengeling van verschillende soorten. Een haag of heg bestaat in de regel uit een rij struiken. Reken vier planten per meter voor een haag en drie voor een heg. Je plaatst best ook steeds drie tot vier planten van dezelfde soort bij elkaar. Een geschoren haag neemt de minste plaats in. Die scheer je namelijk zo hoog en breed als je wil, maar vergt wel wat meer onderhoud. Je snoeit de haag best twee keer in het groeiseizoen. Een haag past in elk tuintje, zelfs in de stad.

 

Een heg laat je wat wilder uitgroeien zodat die bloemen en vruchten gaat dragen. Een heg neemt dus gemakkelijk enkele meters in beslag. In een natuurlijkere tuin komt een uitgegroeide bloesem- en bessenheg meer tot zijn recht. Een heg is wat natuurwaarde betreft het meest interessant en lokt tal van insecten en vogels. Het onderhoud van een heg beperkt zich in het groeiseizoen tot het weghalen van hinderlijke takken. Een grotere snoeibeurt in de winter kan een al te weelderige groei intomen.

 

Een uitgegroeide houtkant is een lijnvormige beplanting met verschillende inheemse bomen en struiken.  Ze strekt zich al gauw uit over een vijftal meter. De breedte en de lengte maar ook de opbouw in lagen van een houtkant zijn sterk bepalend voor de aanwezige natuurwaarden. Een combinatie van een boomlaag, een struiklaag en een kruidlaag is het meest ideaal.



Soorten

De keuze van een soort hangt af van de grondsoort en de streek. Het uitgangspunt is dat alleen streekeigen inheemse soorten worden aangeplant.


  • Soorten voor droge bodems:

Boomlaag: zomereik, winterlinde, zomerlinde

Struiken: spork, lijsterbes , hazelaar, wilde kamperfoelie, veldesdoorn, sleedoorn, vlier


  • Soorten voor vochtige bodems:

Boomlaag: gewone es, zwarte els, ratelpopulier (opletten met worteluitlopers)

Struiken: eenstijlige meidoorn, gelderse roos, gewone vlier, sleedoorn (menggroepen beperken), gele kornoelje, lijsterbes


  • Soorten voor natte condities:

Boomlaag: Zwarte els, es, iep,

Struiken: meidoorn, veldesdoorn



Tips voor het aanplanten van een houtkant

  1. 2-3 jarig plantsoen (bosplantsoen) met een lengte van 60-100 cm.
  2. Zet de eerste rij uit met een pootlijn (lang dun touw). De afstand tussen de planten in de eerste rij kan je het beste uitzetten met een meetstok.
  3. In de volgende rijen neem je de eerste rij als uitgangsbasis. Het meest gebruikte en minimale plantverband is 1,25 x 1,25 meter.
  4. In bredere houtsingels en bosjes kan uitgegaan worden van een plantverband van 1,50 x 1,50 meter
  5. Het planten kan het beste uitgevoerd worden met een spade. Graaf de plantgaten voldoende ruim zodat het wortelstelsel er goed in past.



Samenstelling houtkant met struikvormende soorten

Kies voor een groepsgewijze menging. Dit verkleint de kans op uitval. Als de soorten in kleine groepjes bij elkaar worden aangeplant is de kans klein dat traag groeiende soorten overgroeid worden door de sterke groeiers. Plant de soorten in groepjes van 3 tot 7 stuks per groep, waardoor op langere termijn een gevarieerd beeld blijft bestaan.



Samenstelling houtkant met boomvormende soorten en struiken

Bij dit type kan bij de aanplant het beste gekozen worden voor een verhouding van 60-70% boomvormende soorten en 30-40% struikvormende soorten. Bij houtkanten van 5-7 meter kunnen de soorten door elkaar worden aangeplant.

Bij bredere houtkanten (>10 meter) moeten de boomvormers zoveel mogelijk in het midden van de plantstrook aangeplant worden en de struikvormers in de randen.

 


Bescherming tegen vee

Langs een jonge houtsingel voorzie je best een veekerend raster op 1-1,5 meter uit het hart van de buitenste rij.



Meer info

- Praktische gids houtkanten, hagen en heggen

- Filmpjes rond houtkanten